Pechtold pleit voor verandering btw-tarief naar 15 procent

De btw kent verschillende tarieven. Iedereen is bekend met het algemene tarief van 21% (sinds 1 oktober 2012). In sommige gevallen geldt het verlaagde tarief van 6% (voedingsmiddelen, medicijnen en bepaalde diensten) en indien zaken wordt gedaan met het buitenland, kan het 0%-tarief toegepast worden.

D66-leider Alexander Pechtold heeft aangegeven te pleiten voor de samenvoeging van het hoge en lage btw-tarief. Volgens hem werkt het lage tarief van 6% niet. Pechtold geeft als argument voor het samenvoegen aan dat als de twee tarieven samengevoegd worden en één tarief van 15% gaat gelden, dit voornamelijk een stimulans zal zijn voor het midden- en kleinbedrijf. Uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) leidt men namelijk af dat het lage btw-tarief voor kleine bedrijven nadelig is en tot een verlies van welvaart leidt.

Daarnaast blijkt ook dat het lage btw-tarief vooral ervoor bedoeld is om de belastingdruk voor lagere inkomens te verminderen, maar vooral voor mensen met hogere inkomens pakt het voordelig uit. Zij profiteren het meest van het lage tarief nu zij vaker uit eten gaan en vaker musea bezoeken. Volgens het CPB is het daarom beter om de twee btw-tarieven gelijk te trekken en de belastingdruk voor mensen met lagere inkomens te verminderen door middel van een verlaging van de inkomstenbelasting.

De voordelen die de invoering van één btw-tarief met zich meebrengt zijn bijvoorbeeld dat de administratieve lasten van bedrijven zullen dalen en er minder procedures gevoerd zullen worden over de vraag of iets onder het lage of het algemene tarief valt. Hierdoor zullen bedrijven minder kosten aan advies kwijt zijn. Dit heeft echter weer nadelige gevolgen voor belastingadviseurs, die hierdoor minder omzet zullen maken.
Daarnaast kan de inkomstenbelasting (vooral belasting op arbeid) worden verlaagd. Dit zal voordelig zijn voor mensen met lagere inkomens en zal een positief effect hebben op de export. De lagere inkomstenbelasting zal namelijk de prijzen drukken en de hogere btw kan weer worden verrekend.
Een ander argument voor de invoering van één btw-tarief is het ontzien van ouderen. Ouderen betalen door de lagere inkomstenbelasting dan minder inkomstenbelasting over hun AOW dan de mensen die werken. Echter, ouderen doen ook gewoon boodschappen waardoor zij ook btw betalen die weer in de schatkist terechtkomt.

Ongeveer 85% van het assortiment van supermarkten valt momenteel onder het lage tarief. Als daadwerkelijk één btw-tarief van 15% wordt ingevoerd, zullen consumenten veel meer btw moeten betalen bij het doen van boodschappen. De koopkracht zal dus dalen. Dit vergroot natuurlijk de kans op inflatie. Een ander nadeel is dat er dan geen fiscaal instrument is dat bepaalde fiscale prikkels kan geven. Als namelijk één tarief van 15% wordt ingevoerd, zullen bijvoorbeeld winkeliers de korting van het geldende 21% naar 18% niet doorgeven.
Bovendien zullen mensen met lagere inkomens die via de inkomstenbelasting gecompenseerd worden, bij het doen van boodschappen alsnog denken dat alles duurder is geworden.

De invoering van één btw-tarief lijkt onontkoombaar. De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) heeft namelijk in een overleg met 86 landen ook gesproken over de harmonisatie van de btw-tarieven. Het lijkt slechts een kwestie van tijd voordat de discussie omtrent de invoering van één btw-tarief op de politieke agenda komt. Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft aangegeven voor de zomer een reactie te geven op de CPB-analyse.

Bron: FiscaalTotaal